Extra overheidsinformatie:
Deze verstrekking kan enkel worden uitgevoerd onder de volgende omstandigheden:
- Vermoeden van HCV infectie bij een kind van een bewezen HCV-positieve moeder. In deze indicatie kan de bepaling slechts éénmaal worden aangerekend.
- Aantonen van HCV bij een bewezen HCV-antistof positieve patiënt. In deze indicatie kan de bepaling slechts éénmaal worden aangerekend.
- Aantonen van HCV-infectie in immuungecompromitteerde patiënten met symptomen van hepatitis (inclusief dialyse patiënten), ook bij negatief resultaat voor detectie van anti-HCV antistoffen. In deze indicatie kan de bepaling éénmaal worden aangerekend in de 3 maanden volgend op de symptomen.
- Bij een prikaccident met een HCV positieve persoon en op voorwaarde dat het slachtoffer functionele stoornissen ontwikkelt duidend op een hepatitis. In deze indicatie kan de bepaling éénmaal worden aangerekend in de 3 maanden volgend op de vaststelling van de feiten.
- Bij de opvolging van medicamenteuze behandeling tegen hepatitis C. In deze indicatie mag de verstrekking slechts vier keren aangerekend worden, voor zo ver verantwoord in de context van het opvolgen van deze behandeling.
Bron: nomenclatuur art. 24 bis (sinds 01/03/2023)
De aanrekening (RIZIV) verloopt via het uitvoerend labo. Patiënt wordt enkel remgeld aangerekend.