Spiegel te interpreteren obv MIC-waarde kiem en klinische context patiënt. Voor optimale efficaciteit bij continue toediening moet de steady-state minimaal 4x MIC bedragen en bij intermittente toediening moet de dalspiegel minimaal 1xMIC bedragen. Indien noch MIC noch verwekkende kiem gekend is, wordt op basis van worst-case EUCAST klinisch breekpunt een steady-state spiegel van 8-20 mg/L nagestreefd bij continue toediening en een dalspiegel van 2-8 mg/L bij intermittente toediening.
Start monitoring : min. 24h na opstart therapie
DAL : 30 min voor volgende toediening
CTU : bloedafname kan op elk tijdstip
NIET PRIKKEN AAN KANT VAN INFUUS
Steeds op heparinetube zonder gel en onmiddellijk naar lab